We hebben allemaal een verhaal. We hebben allemaal wel die ene gebeurtenis, dat ene gevoel waar we (bijna) nooit over spreken. Het is niet omdat je een klein (klein wordt overschat) deel van mijn verhaal kan lezen op mijn huid dat het minder of meer is, dat je de situatie kent of je er zomaar even een oordeel over kan vellen. Onwetendheid maakt bang, anders zijn maakt bang.
Je ziet de littekens, wat er op de huid verborgen ligt, maar het is wat eronder zit. Het is niet wat eruit kwam, het is wat eraan vooraf ging en hoe de hopeloosheid, het falen erna door je lichaam stroomde. Ik heb nooit gewenst om rood en wit en zwelling verspreidt over mijn huid. Ik heb wel gewenst dat ze het zagen, dat ze voor die ene keer eens echt keken. Ik wou iemand die naar me uitreikte, maar tegelijkertijd hield ik het angstvallig verborgen. En niemand die iets zei, was enkel het teken dat niemand om me gaf. Ook al wisten ze van niets. Was het dan dat ik het kon? Bewees ik er iets mee? Dat ik sterk genoeg was, dat ik recht bleef staan onder schrijnende pijn. Ik zei vroeger altijd dat praten geen verschil maakte, maar toen ik voelde hoe een mes gleed en wat een verschil het (voor die seconde) maakte. Toen voelde het als gelijk krijgen (en als denkfouten maken). Het was gewoonte en het was het verdienen. Het was eindelijk emoties leren binnenhouden, maar dan op manieren die ze uiteindelijk honderd maal vergroten. Ik was altijd bang dat iemand het ging zien, dat alle emoties er dan weer uit gingen komen. Het was jaren niet zwemmen, ook al verlangde ik naar het water om me heen. Nu is het enkel nog kijken naar wie het ziet, wie staart, wie walgend toekijkt en wie er kijkt met de blik dat hij het begrijpt. Ik hoop dat je beseft dat net zoals ik jouw verhaal niet kan zien, jij het mijne ook niet kan weten gewoon omdat je een lijn ziet staan. Het draaide nooit om de lijntjes.
0 Reacties
De kans dat ik vanaf vandaag mezelf helemaal nooit meer pijn ga doen is klein, onbestaand zelfs. Toen ik 3 jaar geleden wou stoppen, was stoppen echt stoppen. Zwart en wit. Alsof dat zou kunnen werken. De eerste keer hervallen was pijnlijk. Ik was teleurgesteld, kwaad, ik had meer verwacht. Terwijl ik juist moest leren om realistische verwachtingen te stellen (‘moest’ mag je wel vervangen door ‘moet’). Met ondertussen de nodige dieptes die voorbij zijn, weet ik dat dat gewoon niet gaat.
Hoe afschuwelijk ik het nu ook vind dat ik mezelf pijn deed. Dat het zoveel pijn deed, dat het daarna eigenlijk enkel nog meer pijn deed. Afschuwelijk. Niemand verdient dat. Maar het is en blijft een verslaving. Er gaan nog momenten komen die zo intens zijn dat ik word meegesleurd door gevoelens en gedachtes en dat de grip op zelfverwonding volledig wegvalt. Op één of andere manier aanvaard ik dat. Omdat ik probeer en omdat eens een keertje de mist ingaan niet betekent dat het terug allemaal verpest is. Het doel stellen op zo lang mogelijk, zodat ik kan zien hoeveel dagen ik kan doorstrepen met een felgroene stift op een rijtje; een teken van vooruitgang zien. De littekens zien doet niet meer evenveel pijn als een jaar geleden. Ze zijn er en het is niets om trots op te zijn, maar het maakt wel deel uit van me. Het was en is een strijd die me voor een deel gemaakt heeft tot wie ik ben. Zien hoe ze vervagen schreeuwt niet langer automatisch naar nieuwe wonden, want nieuwe wonden zien er enkel uit alsof ik terug in de wanhoop aan het vallen ben. En daar ben ik al enkele maanden niet meer geweest (of toch niet langer dan een dag, en dat vind ik al wel genoeg) Nu is er nog één dilemma: ben ik klaar om mijn mesjes vaarwel te zeggen? Ik zou het liefst een dikke ‘ja’ van de daken willen schreeuwen, maar loslaten is nooit echt iets voor mij geweest. Er is nog steeds een zekere hechting aan de pijn en een nood aan controle, aan zekerheid. Aan de andere kant wil ik ze niet meer. Ik wil er al voorbij zijn. Maar je kan (en je wil) de tijd niet versnellen. Stap voor stap, maar wie weet is het morgen opeens tijd. Ik ben al tot hier gekomen, en dat is al verder dan ik ooit had kunnen hopen. Ik herinner me de verwarring die ik voelde nadat ik me voor de eerste keer had gesneden. Het voelde fout, maar het voelde fout omdat het goed voelde. Misschien voelde ik al aankomen wat voor jaren er zaten aan te komen, misschien was ik gewoon bang. Ik had nooit kunnen inschatten dat het zo uit de hand zou lopen. Ik herinner me nog dat ik na de eerste keer het verlangen de volgende dagen voelde bruisen. Toch deed ik het een tijd niet, want ik wou niet “zo iemand” worden.
Ik had net een moeilijk jaar achter de rug. Ik voelde me onzeker, alleen. Het voelde alsof ik alles verkeerd deed. Ik schaamde me en wou helemaal niet praten over waarom ik me zo slecht voelde. Af en toe hoorde je wel iets over zelfverwonding, maar verder had ik nooit iemand gekend die er openlijk tegen gevochten had. Het was nieuw. Wist ik veel waar het toe zou leiden, ik wist enkel dat het goed voelde. Gevuld met onwetendheid dus. Vanaf dat ik echt startte, voelde ik me zo klein. Ik wou zo graag hulp, ik wou erover praten, maar ik schaamde me. Ik wist niet waar ik heen moest. Wie zou er nu zoiets begrijpen? Hoe moest ik gaan uitleggen dat ik mezelf, mijn eigen huid, opzettelijk beschadigde. Gedachten raasden elke dag. Zelfverwonding leek het enige waar ik nog aan dacht. En dat was nog maar het begin. Nu voelt het veel minder eng. Misschien omdat er een zekere gewenning is opgetreden, maar ook gewoon omdat ik een antwoord heb op de ‘wat’ en de ‘waarom’. Het is gemakkelijker onder controle te houden. En op zich ben ik blij dat ik er niet meer zo onwetend over ben. Die kennis was dan misschien wel beter van ergens anders dan eigen ervaring gekomen, maar ze is er tenminste. Begrijp me niet verkeerd: het is het nooit waard geweest. Beginnen met mezelf te beschadigen was één van de ergste dingen die ik ooit deed en het heeft tot zoveel destructie geleid, maar ik ben er nog, ik probeer en dat is oké Het is nog steeds moeilijk. Op moeilijke momenten is het eerste waar ik aan denk om mezelf pijn te doen. Het is al moeilijk genoeg zonder die gedachte, en dat moet je er nog maar eens voor gaan zorgen dat je gezonde copingmechanismen gaat gebruiken. Een heel gedoe, een heel leerproces (één dat het waard is, dat wel). Ik heb geluk dat ik eerst op internet een heleboel informatie en tips heb gevonden die me verder hielpen, dat ik uiteindelijk de stap zette om te praten en dat er nadien mensen zijn geweest die er altijd waren. Ik heb heel veel geluk. En zelfs met dat geluk is het nog een heus gevecht. Maar ja, het zit nu zo: een paar maanden terug dacht ik zelfs dat ik nu niet meer zou leven, maar ondertussen zit ik toch wel opnieuw aan bijna twee maanden zonder zelfverwonding. Nog een paar weken en mijn record van het jaar is verbroken. Als je iets wilt winnen, moet het toch wel dit gevecht zijn. |
AuteurSchrijf iets over uzelf. Maak u geen zorgen over toeters en bellen, een overzichtje volstaat. ArchievenCategorieën |