Twintig december tweeduizendzestien. Het jaar zit er bijna op. Om exact zes uur vierenvijftig nam ik de bus naar het station. Dan de trein naar Roeselare en nog eens een bus naar Rumbeke, een gehucht/deelgemeente van Roeselare. Of wat het ook is.
Om acht uur twintig kwam ik aan in het revalidatiecentrum. Heel erg zenuwachtig. Zo spannend was het. Ik had al een gans dossier over mezelf voorbereid en deze via e-mail doorgestuurd naar de verantwoordelijke van het centrum. Ze zei dat ik wel erg perfectionistisch ben. Dit is ook één van de doelen waar ik aan wil werken tijdens de revalidatie. ‘Je tekst is mooi uitgelijnd, je insprongen staan perfect gelijk, de data van je levensverhaal zijn exact weergegeven. Je bent een echte perfectionist’. ‘Ja, ik ben soms een beetje dwangmatig’, zei ik, ‘een neurootje’. Verder ging het gesprek over mijn doelen tijdens de revalidatie, en natuurlijk ook het overlopen van algemene gegevens en persoonsgegevens en zo. Ik wil werken aan mijn perfectionisme (vanzelfsprekend maar ook weer niet), mijn angsten (sociale angst, faalangst, paniekaanvallen, mijn wat-gaan-de-mensen-denken-syndroom,…). Die lat die altijd torenhoog ligt voor mezelf. Enzovoort. Ongeveer een halfuurtje praatte ik met de begeleider van het revalidatiecentrum. Over mijn doelen, mijn filosofie rond hulpverlening, mijn karakter en hoogbegaafdheid, enzovoort. En dan kwam de rondleiding. Er waren nog twee andere mensen die samen met mij een rondje door het gebouw liepen. Ik zag de ruimtes van het oude klooster. Hoe koud het er ook was, een gevoel van warmte overviel me. Omdat het er zo veilig is. Geen witte jassen zoals op de PAAZ, heel veel begrip voor mijn mentale en fysieke toestand. En vooral: het draait om mijn toekomst en die mag ik zélf vormgeven. Eerder hebben talloze -ogen en -peuten mij verteld dat ik het beter opgeef. Dat ik nooit een middelbaar diploma zou halen (check!). Dat ik geen vaste relatie zou kunnen hebben (check!). En dat ik nooit een vakantiejob of dergelijke zou kunnen doen (check!). Mijn bucket list of wat ervan overbleef slonk met de dag. Want ik zou het niet kunnen, ik zou nooit iets bereiken in het leven. En kijk waar ik nu sta. Alleen. Ik ben nog steeds niet ‘sterk’ genoeg. Of misschien te sterk. Een leerlingenbegeleider zei me ooit dat ik van ijzer ben. Dat ik nooit plooi, laat staan breek. Dat ik altijd maar verder doe. Tot ik instort. En hier wil ik nu verandering in brengen. Even voor mezelf zorgen. Even durven leven, durven zijn. Het is spannend. Dat wel. Zo spannend. Om tien uur achtendertig verliet ik het centrum. Ik nam de bus naar Roeselare. De trein naar Torhout en wandelde naar ons appartementje. Vol adem, vol lucht. Maar ook vol spanning.
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
AuteurSchrijf iets over uzelf. Maak u geen zorgen over toeters en bellen, een overzichtje volstaat. Archieven
December 2016
Categorieën |